HOE IS HET OM EEN KLAPEKSTER TE ZIJN?
Over de mentaliteit en het
beeldende werk van Martin Brandsma.
Zo’n zevenhonderd uur per winterseizoen brengt Martin Brandsma door in
de natuur om een vogel te observeren. Dat is de klapekster, een deftig in
zwart, wit en grijs geklede vogel, ter grootte van een merel. Gedurende herfst,
winter en voorjaar bevindt hij zich in verschillende
delen van Nederland waar het voor hem goed jagen is. Daarna vertrekt hij
naar andere streken om er te paren en te broeden.Brandsma kijkt naar en tekent de vogel, verzamelt en registreert er
gegevens over, raadpleegt ornithologische literatuur en spreekt met
gedragsbiologen over hun onderzoek. Tegelijkertijd maakt hij kunstenaarsboeken,
tentoonstellingen, hij voert performances uit en organiseert ‘sessies’ met de
klapekster als focus. Vanuit een complexe, biologische/artistieke mentaliteit
observeert hij de vogel en gebruikt de uitkomsten daarvan in zijn beeldend
werk. Op deze wijze leert hij de vogel kennen, maar ook zichzelf als mens en
kunstenaar.
Brandsma zoekt de klapekster op
in diens territorium waar die meestal op de top van een boom balancerend het
landschap afspeurt naar vijanden en prooien. Dan duikt hij plotseling naar
beneden om muizen, hagedissen en kleinere zangvogels te vangen en fixeert deze
vervolgens op een doorn of een gevorkte tak. Later haalt hij de voorraad op om
te verorberen.
Bij het observeren neemt Brandsma
een bijna wetenschappelijke houding aan. De veelsoortige gegevens die hij
verkrijgt, noteert hij in strikte tabellen en vult die verder aan met kleine
experimenten en snelle schetsen om de houdingen en bewegingen van de vogel vast
te leggen. Bij gefixeerde prooien plaatst hij camera’s om te registreren wanneer en hoe deze opgegeten
worden en of de vogel daarbij aan zijn linker-
dan wel zijn rechterpoot de voorkeur geeft.
Dergelijke activiteiten zouden
een gedragsbioloog niet
misstaan, maar Brandsma heeft meer op het oog. Van kinds af aan is hij
geïnteresseerd in vogels; hun uiterlijk en gedrag raken hem. Hij heeft zowel
belangstelling voor hun biologische kenmerken en
evolutie als voor hun ‘gelijkenis’ op en ‘verbondenheid’ met mensen. Dat
hij voor de klapekster koos, is ten dele toevallig; het grafische voorkomen en het
bijzondere gedrag van de vogel hebben echter ook met zijn keuze te maken.