20 mrt 2017

Joachim Schmid zaaltekst David Stroband

Foto’s en Joachim Schmid De titel verraadt het al: Joachim Schmid (geboren in 1955 en wonend en werkend in Berlijn) houdt zich bezig met foto’s. En hoe! In een tekst over zijn werk wordt zijn vermoeden aangehaald (1) dat er niet veel mensen in de wereld zullen zijn die zo veel beeld hebben gezien als hij. Tussen de late jaren 80 en halverwege de jaren 90 zag hij gemiddeld 1000 foto’s per dag. Op sommige dagen waren dat er wel eens 10000. Hij moest dan aan het einde van de dag zijn ogen sluiten om weer uit zijn ‘beeldwereld’ te kunnen stappen. Schmid, opgeleid in design en visuele communicatie aan de Hochschule der Kunste Berlin, hield zich aanvankelijk helemaal niet bezig met het tonen van fotografie. Wel met kijken en schrijven! Een tijd lang schreef hij kritieken en essays voor het fotoblad ‘’European Photography’’ en ging in 1982 een eigen blad uitgeven: “Fotokritik”. In dit blad kon hij zijn eigenzinnige, tegendraadse visie op fotografie meer ruimte geven.

Langzamerhand ging hij binnen de kaders van ‘’Fotokritik’’  minder schrijven en juist meer zijn eigen verzameling ‘gevonden foto’s’ tonen. Vanaf dit moment rolde Schmid geleidelijk aan de kunstwereld in. Artistieke fotografie en hoogstaande documentaire-journalisitieke fotografie hebben echter niet zijn belangstelling. Zijn focus ligt geheel op foto’s die we elke dag om ons heen vinden en die we eigenlijk helemaal niet als echte fotografie,  juist omdat ze ons zo vertrouwd is, beschouwen. Joachim Schmid heeft een perfect zintuig juist die fotobeelden bloot te leggen die voor veel mensen onzichtbaar blijven en die vervolgens ook haarfijn in staat zijn allerlei aspecten van onze samenleving te tonen en te duiden. Omdat Schmid zijn werk binnen een kunstcontext toont kun je hem kunstenaar noemen, maar net zo zeer is hij antropoloog, archivaris, historicus en criticus. Een regelmatig geciteerde uitspraak van hem geeft aan dat het eigenlijk niet meer nodig is om nieuwe foto’s te maken zodat we de reeds gemaakte foto’s zinvol kunnen hergebruiken. Het project ‘’Archiv”, functionerend tussen 1986 en 1999, vormde het kloppend hart van zijn verzameling gevonden foto’s. In kranten en tijdschriften, bij foto-ontwikkelcentrales, op straat, bij kiosken en kraampjes vol familiealbums op de vlooienmarkt vond Schmid zijn materiaal. Deze enorme hoeveelheid beelden werd steeds nauwkeurig bekeken, geanalyseerd en geordend. Dit is dan ook de methode waarmee Schmid een wereld vol beelden probeert op een betekenisvolle manier toegankelijk te maken. Niet zo zeer op een puur archiverende of wetenschappelijke manier, maar meer op een open en reflecterende wijze. Zijn ‘’Archiv’’ bestaat uit meer dan 700 panelen vol foto’s die geordend zijn naar genre, onderwerp of visuele kenmerken. De groepen foto’s vertellen geen verhaal in de traditionele zin van het woord. Ze zijn niet narratief, maar geven wel een indicatie via welke visuele codes we proberen de wereld om ons heen in beeld te brengen en er tegelijkertijd vat op te krijgen. Schmid is er van overtuigd dat een verzameling van drie foto’s uit een bepaald genre of met dezelfde kenmerken veel minder interessant is dan een verzameling met 100 of nog liever 1000 exemplaren. Juist de hoeveelheid confronteert ons met ons eigen kijken. Schmid lijkt overigens niet zo zeer een boodschap met zijn werk uit te dragen, maar veel meer onze omgang met de wereld van het beeld van analytisch en soms kritisch, ironisch commentaar te voorzien. Schmid maakt zich nauwelijks kenbaar binnen zijn werk en functioneert meer als regisseur achter de coulissen die tipjes van de sluier oplicht omtrent de vele karakteristieken van het fotobeeld en de vele omgangsvormen er mee binnen het tijdsgewricht van de laatste decennia van de 20e eeuw tot en met heden.  

Het project ‘’Bilder von der Strasse’’ liep van 1982 tot 2012 en bevat een enorme verzameling foto’s die Schmid vond tijdens wandelingen op verschillende locaties in de wereld. Verscheurde pasfoto’s, verloren foto’s van een geliefde, weggegooide foldertjes met commerciële foto’s, enzovoort werden door Schmid opgeraapt en meegenomen naar een oord waar ze allemaal een tweede leven kregen. In dit project toont Joachim Schmid zijn empathische kant waar hij fotografische verschoppelingen een nieuwe levensstart geeft. Veel van de gevonden beelden, in de meeste gevallen mensen tonend, waren verscheurd, bedrukt met schoenafdrukken, verbleekt door de zon of aangetast door vocht.  De verscheurde beelden werden gerestaureerd en ieder beeld werd, tezamen met lotgenoten, getoond met als bijschrift een nummer en de exacte plaats en tijd waar en waarop ze gevonden was. Talloze fragmenten uit verhalen worden hier getoond; verhalen die we nooit zullen kennen, maar waar we onze eigen invulling aan kunnen geven. Een verwant project aan ‘’Bilder von der Strasse’’ is ‘’Belo Horizonte, Praca Rui Barbosa’’. Schmid gaf een masterclass in Brazilië en zijn studenten klaagden dat  er daar geen fotomateriaal op straat aanwezig was. Schmid ging zelf op onderzoek uit en vond op een specifiek plein in Belo Horizonte (zie titel van werk) allerlei negatieven afkomstig uit een mobiele ‘’fotostudio’’ waar mensen snel werden geportretteerd omdat ze een ‘’identificatie’’foto nodig hadden. De negatieven werden achteloos weggegooid en door Schmid weer opgeraapt waarna hij ze ontwikkelde en afdrukte om ze vervolgens in een expositie op veel groter formaat te tonen.
Dat Schmid op een gegeven moment in de problemen kwam omdat de fysieke condities waarbinnen zijn eindeloze verzameling fotomateriaal een plaats moest krijgen wel degelijk uitgeput raakten verbaast natuurlijk niet. Op een gegeven moment heeft hij besloten een deel van zijn collectie door de papierversnipperaar  te halen. Het leverde lange stroken beeld op waaruit nieuwe werken werden gemaakt. Schmid ordende de stroken op kleur, maar ook weer op genre of onderwerp. De ordeningen werden vervolgens op dragers (van bijvoorbeeld 60 bij 70 cm) aangebracht en onder de overkoepelende titel ‘’Statics’’  en met subtitels (die verwijzen naar het specifieke onderwerp) als bijvoorbeeld ‘’Lingerie catalogue 2’’, ‘’Pizza delivery menus’’ of ‘’Advertising cards of London callgirls’’ aan het publiek getoond. Al in 1990 heeft Schmid zijn eigen ‘’Institute for the Reprocessing of Used Photographs’’ opgericht. Via een oproep vroeg hij allerlei instellingen om overtollig fotomateriaal naar hem op te sturen zodat hij dit ecologisch verantwoord kon verwerken of er andere bestemmingen voor kon zoeken. Deze ecologisch zeer verantwoorde oproep was een soort dekmantel om zijn eigen ‘’Archiv’’ van verrassend nieuw materiaal te voorzien. Op zijn verzoek kwam onverwacht veel respons en dit resulteerde in een behoorlijke uitbreiding van zijn eigen verzameling, maar ook in vernietiging van een deel van het materiaal (‘’Statics’’). In 1996 wordt Schmidt uitgenodigd zijn licht te laten schijnen over een archief met 70000 negatieven en afdrukken van een Engelse commercieel fotograaf, (werkend op het Engelse platteland halverwege de 20e eeuw). Hieruit komt het project ‘’Very Miscellanous’’ voort waarbinnen Schmid door de Britse fotograaf gemaakte portretten van mededorpelingen toont en ze tevens op eigen initiatief aanvult met tekstfragmenten uit kranten die verschenen in de betreffende Britse regio in de jaren 40. Dit samengaan van beeld en tekst  illustreert de brede oriëntatie en onderzoekdrift van Schmid.Schmid heeft de afgelopen 35 jaar enorm veel geproduceerd. Ook veel boeken waarvan 100 vaak de oplage is. De laatste 20 jaar verhoudt hij zich ook intensief tot het internet waaruit bijvoorbeeld het project ‘’Cyberspace’’ is voortgekomen waarin registraties via seks-webcams van lege ruimtes worden getoond waarin het betreffende meisje even afwezig is. Schmid heeft de beelden enorm vergroot zodat ze zeer intens qua structuur en kleur zijn. In het boekje ‘’Sorry. A book of errors’’ presenteert Schmid meer dan 400 correcties van zogenoemde ‘’bedrijfsongelukken’’ in zes verschillende talen. De verontschuldigende tekstjes zijn door een gebruiker (hoogstwaarschijnlijk Schmid zelf) gedurende twee jaar op het internet gevonden en verzameld.
Block C toont ‘’Bilderbuch’’, waaraan Schmid sinds 2012 werkt. ‘’Bilderbuch’’ bevat een verzameling beelden die niet, zoals ‘’Archiv’’ ‘systematisch’ geordend zijn of in het geval van ‘’Bilder von der Strasse’’ op bepaalde plekken gevonden werden. Ze toont in een kalm ritme en binnen een uitgewogen vormgeving een ruime verscheidenheid aan fotografische typologieën. De foto’s zijn vaak al geruime tijd in het bezit  van Schmid. Het boek ‘’Bilderbuch’’ heeft nu een tweede editie waarbinnen de beelden uit de eerste druk weer een andere volgorde hebben en er nieuwe aan zijn toegevoegd. De presentatie van deze nieuwste editie beleeft bij Block C zijn première. Tevens zal een installatie van  27 foto’s uit het boek worden getoond. Schmid vermeldt heel duidelijk bij het verschijnen van ‘’Bilderbuch’’ dat de beelden allemaal uit hun oorspronkelijke context zijn gehaald. Ze zijn natuurlijk ook door Schmid opnieuw gereproduceerd en als het ware toegeëigend. Hij schijnt zich te hebben laten ontvallen dat deze beelden ergens een ‘’persoonlijke’’ waarde voor hem hebben.  Opmerkelijk omdat Schmid altijd een tamelijk anonieme positie innam ten opzichte van de foto’s die hij toonde. Fascinerend is ook de achterzijde van ‘’Bilderbuch’’ (eerste editie). Daarop is in magnetisch koelkast-poëzie  de tekst  ‘’Please | do | not | stop | take|ing | picture | s’’ te lezen. Deze tekst geeft in haar bondigheid essenties binnen het rijke ‘oeuvre’ van Schmid scherp weer. Stop niet met het nemen, maken van beelden! 


David Stroband maart 2017                                                                                                                         


 1: John S. Weber, Joachim Schmid and Photography: The accidental artist, in: Joachim Schmid: Photoworks 1982-2007,  edited by Gordon MacDonald and John S. Weber,  New York, 2007. P. 11.