25 mei 2019

HOTSPOTS zaaltekst David Stroband

zaaltekst David Stroband bij de expositie HOTSPOTS van Maaike Knibbe 18 mei - 22 juni 2019

De titel ‘’Hotspots’’ lijkt er eigenlijk al naar te verwijzen. Wanneer je in de wereld van Maaike Knibbe stapt bevindt je je  binnen het epicentrum van diverse, niet nader te duiden energieën. Het is een wonderlijke ervaring haar werk, dat ze de afgelopen weken in Block C creëerde, te zien, te voelen en te ruiken. Je betreedt een omgeving die tegelijkertijd associaties oproept met een bouwplaats, een archeologische site, een post-apocalyptisch landschap of een buitenaards proefstation.  Door een opening met plastic lamellen stap je op een ondergrond die in beton is gestort. Ondanks dit stoere, stevige materiaal dat een degelijke draagfunctie zou moeten hebben oogt deze bodem uiterst kwetsbaar en vergankelijk. Ze heeft het karakter van een landschap; enerzijds rotsig van aard, anderzijds ogend als een verzameling ijsschotsen of aardschollen.  
Het beton toont veel tekening en een diversiteit aan tinten. Wanneer je er op loopt kraakt en bonkt het een beetje; een geluid dat je als voortbewegend persoon in dit ‘landschap’ breekbaar en waakzaam maakt.
Ook het gevoel aan je zolen is niet altijd aangenaam. De ondergrond waar je je op beweegt voelt soms wat stekelig. Om je heen kijkend ontwaar je drie objecten. Ze zijn niet nader te duiden, ogen licht geometrisch en lijken zich genesteld te hebben in dit specifieke ’landschap’.  De vormen bestaan uit louter zeep, tonen diverse  kleuren ( beige, groen en oranje) en scheiden diverse geuren af.
Verwijzingen naar vaststaande betekenissen zijn in het werk van Maaike Knibbe niet te vinden. De betonnen ’vloer’ belichaamt al per definitie het meerduidige dat haar werk kenmerkt. Niet alleen wat betreft de vele associaties die het oproept, maar gezien haar eigenlijke hoedanigheid. Is het nu een vloer waar we ons op begeven of is het een sculptuur? Het een of het ander, beide tegelijkertijd? Wanneer je goed naar het beton kijkt verraadt een deel van de tekening in het materiaal de vele handafdrukken van de kunstenaar.  Er is dus niet alleen maar functioneel gestort, maar ook bewust gevormd, geboetseerd bijna, tot er een handschrift ontstaat. De efficiënte functionaliteit die het materiaal beton traditioneel aankleeft wordt hier getransformeerd naar een inefficiënte, veelduidige werkelijkheid. De drie objecten, die in hun vorm verwijzen naar koppelstukken die in de wereld van de bouw worden gebruikt, ogen solide en glad, maar bevatten een inhoud die uiteindelijk vloeibaar zou moeten worden om als zeep haar reinigende werk te kunnen doen. Alleen wordt dit in potentie vloeibare verhinderd door de gestolde vorm waarin ze gevangen zit.  Ook hier overheerst het inefficiënte en niet functionele. Het beton met haar weerbarstige, maar ook kwetsbare uitstraling lijkt in visueel opzicht een tegenhanger  te vormen ten opzichte van de wat zwaar ogende objecten.
Het werken met beton doet een aanslag op de menselijke huid en de longen. Waar beton als materiaal dienstbaar moet zijn aan de mens en regelmatig fungeert als basismateriaal voor haar huisvesting vormt ze binnen haar industriële toepassing, die natuurlijk ook lichamelijke arbeid vereist, een bedreiging voor de menselijke gezondheid. De drie objecten, die, zoals al eerder gezegd, ook verwijzen naar de wereld van de bouw en techniek, bestaan grotendeels uit een materiaal dat juist helend is en met zachtheid wordt geassocieerd. Maar de zeep is wel, door Maaike zelf,  vervaardigd uit goedkoop en voor het milieu schadelijke palmvetten binnen een proces met natrium chloride en water. Een gegeven dat weer lijkt te vloeken met de verwachtingen die we rondom het materiaal ‘zeep’ koesteren. In die zin geeft de kunstenaar ons talloze handreikingen die naar het bekende en herkenbare verwijzen, maar worden deze onmiddellijk ook weer ontkracht door de specifieke enscenering waarin ze plaatsvinden.
Maaike Knibbe heeft een fascinatie voor het spanningsveld tussen gecodificeerde taal (een taal waar op basis van afspraken betekenissen naar voren komen) en taal die niet gekenmerkt wordt door kenbare communicatie en duiding. Ze start haar werkproces met een aantal schetsmatige ideeën en een sfeertekening.  Al associërend gaat ze vervolgens aan het werk; ideeën en sfeertekening meenemend en vervolgens in scherpe dialoog plaatsend met de diverse materialen waar ze mee werkt. Tijdens haar werkproces maakt ze veel aantekeningen en deze geven veel inzicht in haar ideeontwikkeling. Ik citeer enige zinnen uit haar teksten die aan de realisatie van ‘’Hotspots’’ voorafgingen. ‘’Belangrijk is geen of teveel groundcontrol, dat maakt alles stil, dood.  -de negatieve vorm is strak, de andere kant is geboetseerd, als rots zacht-hard. Misschien te makkelijk? Te snel esthetisch? Het mag niet te makkelijk werken, dat is te simpel. Maar het werkt wel, maar toch te makkelijk, nee dat kan niet. Er moet toch vanzelfsprekendheid zijn, samenhang in een bepaalde ‘effortlessness’. -licht (als een vlieger) is toch belangrijk, maar materiaal is te broos, misschien door het volume open te houden, openheid te maken in de negatieven, lagen niet als plateau’s, maar als ruimten achter elkaar. -volume, vorm, tegenvorm, geraamte. – te veel metaforen? Of juist te weinig? Niet te chaotisch en ook niet te makkelijk, simpel is niet makkelijk. Esthetisch wel. Niet bang zijn voor risico’s.’’. Dit kijkje in de keuken van Maaike toont een (denk)proces waaruit een constant aftasten, uitproberen, kantelen en omkeren en vervolgens opnieuw proberen naar voren komt. Dit wikken en wegen gaat door tot het moment het werk zijn finale staat bereikt. Wanneer uiteindelijk alle ideeën, sfeerverkenningen en materiele en visuele overwegingen zich uitkristalliseren binnen een definitieve enscenering wordt er gezocht naar zo scherp mogelijke verhoudingen. De syntheses tussen het zachte en het harde (typisch sculpturale kenmerken)van de materialen, herkenbare realiteit en abstractie binnen de beeldtaal en de verschillende zintuiglijke sensaties binnen dit werk (het visuele, tactiele, het geluid en de geur) moeten dusdanig geladen zijn dat  er binnen de installatie een atmosfeer heerst waar niet aan te ontsnappen valt. Maaike Knibbe heeft met ‘’Hotspots’’ een werk gerealiseerd  waar betekenissen zowel leesbaar zijn als worden ontkend. Er is poëzie aanwezig en er is ruimte voor schoonheid. Ook de absurde vervreemding vindt er zijn thuis. ‘’Hotspots’’ ademt tevens het  lichamelijke. Ieder ruimtelijk kunstwerk verhoudt zich tot het menselijk lichaam, maar in dit werk vindt er een ontmoeting plaats met de noeste lichamelijke arbeid van de kunstenaar die als een ware bouwvakker haar handen in het beton heeft geplant en haar sporen heeft achtergelaten. De zeep lonkt nu via haar zachte kleur en geur, maar lijkt tegelijkertijd  onaanraakbaar.
Binnen de specifieke setting die ‘’Hotspots’’ is lijkt zich een aantal mogelijke scenario’s te kunnen voltrekken. Van een ding zou Maaike Knibbe zich graag willen verzekeren. Haar grote wens is dat de bezoeker zich gezien voelt binnen haar ‘landschap’.

David Stroband.  
mei 2019