zaaltekst David Stroband bij de expositie HOTSPOTS van Maaike Knibbe 18 mei - 22 juni 2019
De titel ‘’Hotspots’’ lijkt er eigenlijk al naar te
verwijzen. Wanneer je in de wereld van Maaike Knibbe
stapt bevindt je je binnen het
epicentrum van diverse, niet nader te duiden energieën. Het is een wonderlijke
ervaring haar werk, dat ze de afgelopen weken in Block C creëerde, te zien, te
voelen en te ruiken. Je betreedt een omgeving die tegelijkertijd associaties
oproept met een bouwplaats, een archeologische site, een post-apocalyptisch
landschap of een buitenaards proefstation. Door een opening met plastic lamellen stap je op een
ondergrond die in beton is gestort. Ondanks dit stoere, stevige materiaal dat
een degelijke draagfunctie zou moeten hebben oogt deze bodem uiterst kwetsbaar
en vergankelijk. Ze heeft het karakter van een landschap; enerzijds rotsig van
aard, anderzijds ogend als een verzameling ijsschotsen of aardschollen.
Het beton toont veel tekening en een
diversiteit aan tinten. Wanneer je er op loopt kraakt en bonkt het een beetje;
een geluid dat je als voortbewegend persoon in dit ‘landschap’ breekbaar en
waakzaam maakt.
Ook het gevoel aan je zolen is niet altijd aangenaam. De
ondergrond waar je je op beweegt voelt soms wat stekelig. Om je heen kijkend
ontwaar je drie objecten. Ze zijn niet nader te duiden, ogen licht geometrisch
en lijken zich genesteld te hebben in dit specifieke ’landschap’. De vormen bestaan uit louter zeep, tonen
diverse kleuren ( beige, groen en
oranje) en scheiden diverse geuren af.
Verwijzingen naar vaststaande betekenissen zijn in het werk
van Maaike Knibbe niet te vinden. De betonnen ’vloer’ belichaamt al per
definitie het meerduidige dat haar werk kenmerkt. Niet alleen wat betreft de
vele associaties die het oproept, maar gezien haar eigenlijke hoedanigheid. Is
het nu een vloer waar we ons op begeven of is het een sculptuur? Het een of het
ander, beide tegelijkertijd? Wanneer je goed naar het beton kijkt verraadt een
deel van de tekening in het materiaal de vele handafdrukken van de
kunstenaar. Er is dus niet alleen
maar functioneel gestort, maar ook bewust gevormd, geboetseerd bijna, tot er
een handschrift ontstaat. De efficiënte functionaliteit die het materiaal beton
traditioneel aankleeft wordt hier getransformeerd naar een inefficiënte, veelduidige
werkelijkheid. De drie objecten, die in hun vorm verwijzen naar koppelstukken
die in de wereld van de bouw worden gebruikt, ogen solide en glad, maar
bevatten een inhoud die uiteindelijk vloeibaar zou moeten worden om als zeep
haar reinigende werk te kunnen doen. Alleen wordt dit in potentie vloeibare
verhinderd door de gestolde vorm waarin ze gevangen zit. Ook hier overheerst het inefficiënte en niet
functionele. Het beton met haar weerbarstige, maar ook kwetsbare uitstraling
lijkt in visueel opzicht een tegenhanger
te vormen ten opzichte van de wat zwaar ogende objecten.
Het werken met beton doet een aanslag op de menselijke huid
en de longen. Waar beton als materiaal dienstbaar moet zijn aan de mens en
regelmatig fungeert als basismateriaal voor haar huisvesting vormt ze binnen
haar industriële toepassing, die natuurlijk ook lichamelijke arbeid vereist, een
bedreiging voor de menselijke gezondheid. De drie objecten, die, zoals al
eerder gezegd, ook verwijzen naar de wereld van de bouw en techniek, bestaan
grotendeels uit een materiaal dat juist helend is en met zachtheid wordt
geassocieerd. Maar de zeep is wel, door Maaike zelf, vervaardigd uit goedkoop en voor het milieu schadelijke
palmvetten binnen een proces met natrium chloride en water. Een gegeven dat
weer lijkt te vloeken met de verwachtingen die we rondom het materiaal ‘zeep’
koesteren. In die zin geeft de kunstenaar ons talloze handreikingen die naar
het bekende en herkenbare verwijzen, maar worden deze onmiddellijk ook weer
ontkracht door de specifieke enscenering waarin ze plaatsvinden.
Maaike Knibbe heeft een fascinatie voor het spanningsveld
tussen gecodificeerde taal (een taal waar op basis van afspraken betekenissen
naar voren komen) en taal die niet gekenmerkt wordt door kenbare communicatie
en duiding. Ze start haar werkproces met een aantal schetsmatige ideeën en een
sfeertekening. Al associërend gaat
ze vervolgens aan het werk; ideeën en sfeertekening meenemend en vervolgens in
scherpe dialoog plaatsend met de diverse materialen waar ze mee werkt. Tijdens
haar werkproces maakt ze veel aantekeningen en deze geven veel inzicht in haar ideeontwikkeling.
Ik citeer enige zinnen uit haar teksten die aan de realisatie van ‘’Hotspots’’
voorafgingen. ‘’Belangrijk is geen of teveel groundcontrol, dat maakt alles
stil, dood. -de negatieve vorm is
strak, de andere kant is geboetseerd, als rots zacht-hard. Misschien te
makkelijk? Te snel esthetisch? Het mag niet te makkelijk werken, dat is te
simpel. Maar het werkt wel, maar toch te makkelijk, nee dat kan niet. Er moet
toch vanzelfsprekendheid zijn, samenhang in een bepaalde ‘effortlessness’.
-licht (als een vlieger) is toch belangrijk, maar materiaal is te broos,
misschien door het volume open te houden, openheid te maken in de negatieven,
lagen niet als plateau’s, maar als ruimten achter elkaar. -volume, vorm,
tegenvorm, geraamte. – te veel metaforen? Of juist te weinig? Niet te chaotisch
en ook niet te makkelijk, simpel is niet makkelijk. Esthetisch wel. Niet bang
zijn voor risico’s.’’. Dit kijkje in de keuken van Maaike toont een (denk)proces
waaruit een constant aftasten, uitproberen, kantelen en omkeren en vervolgens opnieuw
proberen naar voren komt. Dit wikken en wegen gaat door tot het moment het werk
zijn finale staat bereikt. Wanneer uiteindelijk alle ideeën, sfeerverkenningen
en materiele en visuele overwegingen zich uitkristalliseren binnen een
definitieve enscenering wordt er gezocht naar zo scherp mogelijke verhoudingen.
De syntheses tussen het zachte en het harde (typisch sculpturale kenmerken)van
de materialen, herkenbare realiteit en abstractie binnen de beeldtaal en de
verschillende zintuiglijke sensaties binnen dit werk (het visuele, tactiele,
het geluid en de geur) moeten dusdanig geladen zijn dat er binnen de installatie een atmosfeer
heerst waar niet aan te ontsnappen valt. Maaike Knibbe heeft met ‘’Hotspots’’
een werk gerealiseerd waar
betekenissen zowel leesbaar zijn als worden ontkend. Er is poëzie aanwezig en
er is ruimte voor schoonheid. Ook de absurde vervreemding vindt er zijn thuis.
‘’Hotspots’’ ademt tevens het lichamelijke. Ieder ruimtelijk kunstwerk verhoudt zich tot
het menselijk lichaam, maar in dit werk vindt er een ontmoeting plaats met de
noeste lichamelijke arbeid van de kunstenaar die als een ware bouwvakker haar
handen in het beton heeft geplant en haar sporen heeft achtergelaten. De zeep
lonkt nu via haar zachte kleur en geur, maar lijkt tegelijkertijd onaanraakbaar.
Binnen de specifieke setting die ‘’Hotspots’’ is lijkt zich een
aantal mogelijke scenario’s te kunnen voltrekken. Van een ding zou Maaike
Knibbe zich graag willen verzekeren. Haar grote wens is dat de bezoeker zich
gezien voelt binnen haar ‘landschap’.
David Stroband.
mei 2019