Martin Brandsma, Handleiding voor fixaties in
kunstruimte Galerie Block C, Groningen.
Hoe leer je de wereld kennen?
Door hem in eerste instantie na te doen. Elke ouder kent de semi-wedstrijd om het eerst uitgesproken woordje, de eerst toegesproken ouder, ‘mama’ of ‘papa’. Hoe leer je de wereld kennen. Door open staan voor iets nieuws en te herhalen wat je kent?
Door hem in eerste instantie na te doen. Elke ouder kent de semi-wedstrijd om het eerst uitgesproken woordje, de eerst toegesproken ouder, ‘mama’ of ‘papa’. Hoe leer je de wereld kennen. Door open staan voor iets nieuws en te herhalen wat je kent?
In Handleiding voor fixaties
zoomt Martin Brandsma in op bepaalde eigenschappen van de klapekster. (Lanius excubitor).
De klapekster is een kleine, solitair levende zangvogel die in Nederland
overwintert.
Vijf jaar geleden zag ik voor het eerst werk van Brandsma. Mijn
kennismaking met de klapekster. Hij had een grote hoeveelheid tekeningen
opgehangen die in eerste instantie allemaal hetzelfde leken. Telkens één
klapekster, gevangen in twee zijaanzichten. Wanneer ik ze beter bekijk zie ik
overal een iets ander verenpakket. Elke tekening is één daadwerkelijke
klapekster, gespot door Brandsma. Van verbazing over de kleine verschillen ging
hij naar een nog grotere nieuwsgierigheid.
Martin Brandsma, illustratie uit boek ‘Identities’, 2016 |
Hoe leer je de klapekster kennen?
Kun je echt deze vogel leren kennen als je er zelf niet één bent? Om de
zangvogel die ook roofvogel is nam Brandsma vervolgens verschillende rollen
aan, de ornitholoog, de sjamaan, de klapekster. Hij klom hoog in een boom om
het territorium te kunnen overzien en probeerde de favoriete snack, een
hagedis, te spotten. Er zijn grenzen, hij waagde zich niet aan de duikvlucht
die uitmondt in het vangen van de prooi.
In de wetenschap leer je een onderwerp kennen door eerst te onderzoeken
wat anderen al hebben gedaan. Op de website van de kunstenaar kom ik een uitgebreide
literatuurlijst tegen. Het oudste boek, alle boeken gaan over de klapekster,
stamt uit 1669. Ook heeft Brandsma een aantal boeken uit de bibliotheek van
museumornitholoog Dr. K. H. Voous kunnen verwerven. Komende winter start
Brandsma een samenwerking met gedragsbioloog Prof. A.G.G. Ton Groothuis. Hij is voor de toegewezen
wetenschappelijke beurs beoordeeld op zijn merites als wetenschapper. Brandsma
leert nu de klapekster kennen als kunstenaar en wetenschapper. Voor hemzelf zal
het verschil niet belangrijk zijn.
Martin Brandsma "Becoming a Great Grey Shrike", 2010 |
Hoe leer je andere mensen de klapekster kennen?
Gefascineerd door het werk, de openheid en de focus, nodigde ik (als
curator hedendaagse kunst van het Fries Museum) Brandsma uit om een werk te
maken voor het Uitfestival in de Prinsentuin in Leeuwarden. Ik koppelde hem aan
Kees de Haan van Jong Architecten uit Lemmer om samen tot één werk te komen.
Ze spraken met elkaar over de ruimtelijke ervaring van de vlucht van de
klapekster. Of, wat ziet die vogel eigenlijk als hij zelf bezoeker van het
Uit-festival is. Door het spiegelende bouwbord kijk je met de klapekster mee.
Wat zie je? Jezelf en de rest van het publiek. Wat zie je niet? De ogen van de
klapekster.
Martin Brandsma en Kees de Haan, “Voorkomen”, 2014 |
Hoe leer ikzelf kijken door de ogen van de klapekster?
Handleiding
voor Fixaties, de tentoonstelling in Block C geeft mij zelf de
kans om door de ogen van de klapekster te kijken. Op zoek naar ‘opgeslagen’
prooi. Drie territoria van klapeksters op verschillende wanden. De foto’s laten
opgeprikte levendbarende
hagedissen zien (vnl. mannetjes). Ze hangen op dezelfde hoogte als het
gefotografeerde in de natuur. Bij elke gespotte prooi noteerde Brandsma
de hoogte. De klapekster die vanuit de hoogte zijn prooi spot gaat met niets in
zijn snavel weer terug naar zijn uitkijkpost. Zijn wereld bestaat uit gevangen
prooi en nog te vangen prooi. Brandsma brengt zoveel tijd door met het
observeren van de vogel dat zij aan hem gewend zijn, zich niet gestoord of
verontrust voelen zodat Brandsma op zijn beurt weer een
klapekster kan leren kennen aan de kleinste en niet verstoorde gedragingen.
Block C, Handleiding voor fixaties, 2017 |
Op de foto’s in Block C zie ik bij het merendeel van de werken niet alleen de gespietste, gelegde en geklemde levendbarende hagedissen. Vaak ook wijst de hand van de kunstenaar de prooi aan of voelt of de prooi nog warm is. Alsof hij een ongelovige Thomas is die de stigmata van de klapekster wil voelen om te weten dat het echt is. Brandsma checkt voor ons de werkelijkheid.
De foto’s zijn geprint op zilver gecoat papier. Kijkend naar de werken
gebeurt er hierdoor iets merkwaardigs. Sommige prints lijken op te lichten, ook
al hangen ze bij het natuurlijke licht waarvoor Brandsma heeft gekozen in de
schaduw. Zelfs al hangt het in de schaduw, het werk lijkt soms echt licht uit
te stralen. Hier is met een beeldend middel inhoudelijk een geweldige stap
gemaakt. De prints lijken samen te vallen met de werkelijkheid, alsof het
kijkraampjes naar buiten zijn. Mijn blik dwaalt hiermee naar de fysieke,
‘echte’ wereld van Brandsma’s vogel. Ik heb me nog nooit zo dichtbij de
klapekster gevoeld. En dat terwijl er in de tentoonstelling niet één te zien
is.
Block C, Handleiding voor fixaties, 2017 |
Kie Ellens, Juni ’17
Westerhavenstraat 14a, 9718 AL Groningen